Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin: "Mariakroon": blz. 308
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin: "Mariakroon", blz. 140-141 (gewelf met hangende, opengewerkte sluitsteen)
- Thunnissen, H.J.W., Gewelven. Hun constructie en toepassing in de historische en hedendaagse bouwkunst. Amsterdam (Ahrend), 1950. [351 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 156-158 ("Soms ziet men de onzichtbaar verankerde sluitsteen door het gewelf heenhangen; er zijn dan boogjes of gewelfjes tegen aangebracht. Dit is de z.g. Mariakroon (pl. 56, fig. 12, 13). Een merkwaardig geval levert o.m. het Raadhuis te Brussel, waar boven de trap bij de ingang een zware steen schijnt te zweven. De oplossing van dit raadsel is te vinden in de constructie van de Mariakroon. In de Engelse Gothiek wordt dit motief dikwijls bij de gewelfconstructies herhaald, zodat er rijen zware druipers van natuursteen aan het gewelf schijnen te hangen (pl. 64, fig. 4, 5)." - dit is de relevante tekst volledig)